Voor akoestisch absorberende (geluiddempende) wand- en plafondpanelen geldt als vuistregel dat het totale oppervlak van deze panelen tussen ¼ en ⅓ van het vloeroppervlak van de kamer moet zijn.
Het oppervlak van de wand- en plafondpanelen mag hiervoor bij elkaar worden geteld. Bijvoorbeeld een kamer met een vloeroppervlak van 36m2 heeft tussen 9 en 12 m2 aan akoestische panelen nodig.
Tips daarbij:
Hoeveelheid panelen
- Bedenk dat iedere vierkante meter aan akoestisch absorberende wand- of plafondpanelen die in de kamer wordt opgehangen helpt om de akoestiek te verbeteren, dus als er niet voldoende plek is om ⅓ of ¼ van het vloeroppervlak aan akoestische panelen op te hangen, helpt een kleinere hoeveelheid ook. Bijvoorbeeld ⅕ van het vloeroppervlak heeft meestal al een duidelijk hoorbare verbetering.
Plafondhoogte
- De vuistregel geldt voor kamers in huis of op het werk met een gebruikelijke plafondhoogte tot 3 meter hoog. Als het plafond hoger is, is er in principe meer aan akoestisch oppervlak nodig, omdat de inhoud van de kamer dan groter is. Elke meter hoger dan 3 meter betekent in de praktijk 10% meer aan panelen nodig.
- Is er een hoog plafond, overweeg dan om plafondpanelen aan kabels verlaagd op te hangen. Hoe dichterbij, hoe beter een akoestisch plafondpaneel werkt. Dit geldt voor plafondpanelen en wandpanelen en akoestische wanden.
- Is er juist weinig plafondhoogte, verlijm de akoestische plafondpanelen dan direct tegen het plafond. Hiermee heb je niet meer dan 4 cm hoogteverlies onder de panelen. Verlijmen is ook ideaal bij schuine plafonds.
Soort panelen
- Als het kan, maak een combinatie van akoestische wandpanelen en plafondpanelen. Zodoende verminder je zowel de ongewenste geluidsreflecties tussen de wanden als tussen vloer/plafond. Het oppervlak van alle akoestische panelen mag worden opgeteld om tot de gewenste ⅓, ¼ of ⅕ van het vloeroppervlak te komen.
- Als je de keuze hebt tussen één groot paneel of meerdere kleinere, zijn meerdere kleinere panelen, verdeeld in de kamer, beter. Is die mogelijkheid er niet, dan is het ene paneel altijd nog veel beter dan niets.
- Denk ook eens aan een akoestische wand. Bijvoorbeeld achter de TV, achter de bank of op kantoor achter een ontvangstbalie. Hiermee vul je (een deel van) de wand en krijg je daarmee een groot akoestisch dempend oppervlak terwijl je gelijk het zicht op losse panelen voorkomt. Wandcontactdozen e.d. kunnen worden doorgevoerd.
Plaats van de panelen
- Akoestische panelen werken het beste als je ze in de buurt aanbrengt waar het geluid geproduceerd wordt of waar het als storend gehoord wordt. Daarom hoef je als je dat niet wilt, de gehele kamer te voorzien, maar maak je zones waar het beter klinkt, bijvoorbeeld aan de wand bij de tafel, of met een plafondpaneel boven de tafel of bij het zitgedeelte of de open keuken. Als je daarbij per zone minimaal ¼ van het vloeroppervlak van die zone aanhoudt, krijg je al een duidelijke verbetering. Bij ⅓ van dat vloeroppervlak wordt het een optimale verbetering in die zone. Dat de rest van de kamer dan minder gedempt klinkt, neem je op de koop toe. Hierdoor zijn er minder panelen benodigd dan er nodig zouden zijn om in de gehele kamer gelijkmatig dezelfde goede akoestiek te realiseren.
- Galm ontstaat omdat het geluid te sterk/te lang tussen wanden en vloer/plafond heen- en weer blijft kaatsen. Je hoeft dus maar aan één van de twee oppervlakken waar het geluid tussen heen- en weer kaatst, een absorberend element zoals een wand- of plafond paneel aan te brengen.
